Omdat men sneller met de bus in Brussel kwam dan met de tram, liep het reizigers vervoer snel terug en met een ererit op 13 april 1957 voor de Koninklijke Belgische vereniging der Vrienden Van het Spoor werd er een definitief punt achter gezet. Hier zie je de locomotief loc 813 die in 1906 startte op de lijn zijn laatste passagiersrit inzetten met 2 rijtuigen. De tramlijn kende gedurende zijn bestaan 7 locomotieven (806, 807, 808, 813, 817, 822 en 823) en 9 verschillende rijtuigen. Van de stoomlocomotieven heeft enkel de 808 en de 813 het tot en met vandaag overleefd. De 808 werd in 1966 naar Leuven overgebracht om vervolgens in 1985 opgenomen te worden in de collectie van het Stoomtreinmuseum van Treignes waar ze regelmatig nog van stal wordt gehaald om toeristische ritten te verzorgen op de spoorlijn van de Drie Valleien (Mariembourg-Treignes). De 813 staat sinds 1962 in het trammuseum van Schepdaal samen met de rijtuigen C1505 en C2000. In 1951 kwam nog een diesellocomotief de ART500 die voorzien was van twee dieselmotoren die elk 175 pk ontwikkelden. Deze ART 500 werd samen met de sporen van de sectie Groenendaal-Hoeilaart op 19 maart 1964 verkocht door de NMVB (Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, ondertussen werd deze naam werd gewijzigd naar 'De Lijn') aan de zagerij Mariën die deze vooral gebruikt voor het transport van boomstammen van het treinstation van Groenendaal tot het centrum van Hoeilaart. Deze ART500 verlaat op 16 januari 1968 Groenendaal door de compagnie Graven met bestemming Willebroek. Wil je de stoomtram nog eens zien rijden in Hoeilaart klik dan op de youtube link.