Deze iets kleinere serristenwoning in de Guillaume Dekleermaekerstraat rij je makkelijk voorbij zonder er aandacht aan te besteden maar toch is ze gerepertorieerd in de databank van onroerend erfgoed. De woning werd gebouwd rond 1928 door Jozef Bollaerts en Theresia Josephina Decock en had een travaux met verschillende serren die bij deze woning hoorden. De woning bleef lange tijd in de familie want ze ging over op hun zoon Felix Bollaerts (hier links) en zijn vrouw Maria vanderlinden (rechts) hier voor de woning met in het midden hun zoon Willy Bollaerts. Willy zal later huwen met Yvette Dekleermaeker (dochter van Guillaume Dekleermaeker die als soldaat overleed tijdens WOII en die zijn naam aan deze straat zal geven na de oorlog). De woning werd kadastraal geregistreerd in 1929 als 'nouvelle construction' maar het bouwjaar kan wel degelijk vroeger liggen dan 1928 aangezien de kadastrale registratie niet altijd onmiddellijk na de bouw gebeurde. De woning is schuin ingeplant ten opzichte van de straat en heeft een kleine voortuin. Op een luchtfoto van 1971 is het achterliggende perceel nog volgebouwd met serres, vandaag zijn er nog twee.

Op de website van het agentschap onroerend erfgoed vind je volgende omschrijving : Hoewel het hier gaat om een serristenwoning uit de tweede bloeiperiode van de druiventeelt hebben we te maken met een bescheiden woning die qua uitzicht eerder aansluit bij het type van de dorpswoning. Het betreft een drie traveeën brede baksteenbouw van één bouwlaag onder mansardedak (mechanische pannen). Lijstgevel op gecementeerde plint met dubbelhuisopstand waarbij de inkomtravee geaccentueerd wordt door een getrapt dakvenster. De flankerende dakvensters zijn voorzien van een sierlijk uitgewerkte kroonlijst. De muuropeningen zijn eenvoudig getoogd en voorzien van een vlakke beschilderde omlijsting. Het schrijnwerk bleef integraal behouden en heeft de typische roedeverdeling en gehamerd glas in de bovenlichten.