Jean Baptist Denayerstraat
Terjansdelle met kapelletje
Zicht op de J.B. Denayerstraat die naar de Terjansdelle afloopt met het kapelletje van Faro. Bouwheer van dit kapelletje was Giellielmus Deridder (1850 - 1923) alias Jelmus Faro, zoon van Petrus Judocus en Christina Barbara Mannes, gehuwd met Maria Verbeeren (1855 - 1905). Jelmus kreeg zijn bijnaam omdat hij zo graag het Faro biermerk dronk. Hoe deze kapel tot stand kwam weten we niet met zekerheid want er zijn verschillende versies. Toen Jelmus Faro bij het keuteren van zijn fornuizen per ongeluk zijn weide in brand stak beloofde hij een kapel te bouwen indien de brand gedoofd werd. Er is ook een versie waarbij Faro zelf in lichtelaaie zou gestaan hebben en dezelfde belofte zou gedaan hebben indien hij genas van zijn brandwonden. Wat er ook van moge zijn de kapel kwam erop zijn eigendom naast zijn serres. Alhoewel hij 7 kinderen had vond hij echter geen opvolger voor zijn serres en verkocht hij deze aan Henri Vanstallen (Antje) ook gekend als "Antje op zijn hukke" die er ook de kapel bij kreeg. Je ziet zijn woning hier rechts van de straat. In deze woning zou ook later blijkbaar Juffrouw Maria Geers van de St Clemens school gewoond hebben (bron Kaat Van Orshoven). In 1940 werd de kapel echter aangereden en moest ze heropgebouwd worden maar nu achter de serres en het was een trouwe kopie van de originele kapel. De ruwbouw bleef aanslepen tot in 1948 tot Liza Vandenschrick er zich ging mee bemoeien en dank zij Felix Vandervaeren als financier werd ze afgewerkt. We vinden daarom dus ook de naam Vandervaeren en 1948 terug op de kapel. Op weg naar boven links van de straat in de bocht de woning nr. 30 gebouwd in 1909 en de eerste bewoners waren Jan Baptiste Derom (1891-1973) en Louise Demaerschalck (1893-1971) die deze woning eigenhandig bouwden. Zij waren serristen en het ganse druiventelers bedrijf bestond uit 29 serres, verdeeld langs de 2 kanten van de JB Denayerstraat. De 6 serres het meest links naast de boomgaard behoorden hen toe. De serres naast die 6 en tot aan de straat behoorden tot het andere huis, samen met de lange ser boven het kappelletje. Alle andere serres achter en naast het huis van Vanstallen, waren van Jan Baptiste Derom en Louise Demaerschalck.