Groenendaalse steenweg
Ouderlijke woning van Marcel Felicé
Wie door de Marcel Félicéstraat wandelt, staat er waarschijnlijk niet (meer) bij stil dat de straat werd vernoemd naar een jonge Hoeilaartse verzetstrijder die in 1944 door de nazi’s werd terechtgesteld en hier iets hoger in deze woning op de Groenendaalse steenweg woonde.
Marcel Félicé (°1924) was de zoon van Henri Félicé en Maria Derom, en de oudere broer van Albert (oud priester) en Marguerite Félicé. Zijn vader was kunstsmid en ook Marcel had talent om dit beroep verder te zetten maar jammer genoeg kwam WOII roet in het eten gooien. Tijdens de oorlog werd hij lid van de Belgische Nationale Beweging (BNB) en van de Réseau Alliances, een Franse verzetsorganisatie. Binnen het BNB maakte hij deel uit van een verzetsgroep die actief was in de streek. Hun voornaamste doelwit was het Duitse munitiedepot in het Zoniënwoud, met als opdracht er sabotage uit de voeren. Wegens verraad werd hij op 17 januari 1943 heel vroeg in de ochtend in deze woning gearresteerd door de Gestapo, vergezeld van soldaten van de Wehrmacht. Zijn zus Marguerite herinnert zich de feiten nog goed aangezien zij die dag als klein meisje met haar moeder naar de ochtendmis van 06H00 was en haar broer reeds mee genomen was bij haar thuiskomst. Vooral het feit dat Marcel een wapen onder zijn hoofdkussen had was een bezwarend element en een duidelijk signaal van zijn lidmaatschap van een verzetsorganisatie. Op 12 april 1943 veroordeelde de rechtbank van Oberfeldkommandantur 672 te Brussel, een militair tribunaal volgens instructies, hem ter dood wegens " hulp aan de vijand en het bezit van wapens en munitie ". In januari 1944 werd hij door de nazi's vanuit de gevangenis van Sint-Gillis in Brussel via gevangenissen in Aken, Keulen en Koblenz op 23 februari 1944 naar de strafgevangenis van Bruchsal gedeporteerd. Volgens Rachel Blommaert zou het verraad te wijten geweest zijn aan een gesprek op de trein richting Brussel tussen verzetstrijders dat opgevangen geweest zou zijn door iemand die hen verraden zou hebben bij de Gestapo al werd dit verhaal nooit officieel bevestigd.
Op 1 april 1944 werd Marcel in de schietstand van Karlsruhe terechtgesteld op 20-jarige leeftijd, samen met Marcel Derome uit La Hulpe en dertien Franse weerstanders van de Réseau Alliances. Marcel kreeg wel nog de kans om een afscheidsbrief te schrijven naar zijn ouders die vandaag nog steeds bewaard wordt. In mei 1945 werden hun lichamen ontdekt door het Franse leger en op 30 juni 1945 met militaire eer begraven op de Franse begraafplaats in Karlsruhe. Op 3 juli 1947 werden de lichamen opnieuw opgegraven en de meesten van hen werden naar hun geboortestad teruggebracht. Sinds 1 april 2014 herdenkt een gedenksteen in Karlsruhe hun opoffering voor het vaderland.
Het lichaam van Marcel werd in 1947 naar Hoeilaart overgebracht, waar hij op zondag 23 november 1947 een plaats in het ereperk van ons gemeentelijk kerkhof kreeg. Voor een foto van Marcel klik op de externe link.