De fotograaf staat op de plek waar Kasteelstraat en Engelse Laan samen komen een kleine 40 meter achter de lemen huisjes. De woningen op de achtergrond netjes op een rij zijn de woningen op de Groenendaalsesteenweg vertrekkend vanaf den Dumberg richting rusthuis. Het serristenhuis met de twee schouwen in het verlengde van de man was van Jef en Jeanne De Veuster-Hofkens oom en tante van Jean Paul Van Horenbeke. Hun travaux ging tot boven aan de voetweg 47 en deze weg liep naast villa Baus rechts en links was René Pinoy. Je ziet hier ook de 2 lemen huisjes daterend van de 17 e eeuw op het einde van de aarden weg die er vandaag nog steeds staan. In het voorste lemen huis, op het adres Engelselaan 1, woonde eerst Gaston Thoelen een tijdje nadien gevolgd door de kasseilegger van de gemeente Hoeilaart, Heyerick René Armand (bijnaam "de haring") afkomstig uit Aaltert Oost-Vlaanderen maar zijn dialect verraadde een West-Vlaamse afkomst. Na zijn pensioen is hij terug naar zijn geboortestreek vertrokken. Deze woning werd gebouwd in 1680 en werd vermeld in het stripalbum "De Verschrikkelijke Tweeling" van Marc Sleen (bompa Nero woonde in dat huisje). Achter de twee lemen huizen stond nog een bakkersoven waar Jeanne en de moeder van Jef brood en taarten bakten. In het lemen huis langs de Kasteelstraat woonden de ouders van Jef De Veuster (Jacobus De Veuster afkomstig uit Tremelo en echte neef van pater Damiaan). Dit lemen huis stond tegen het huis van de "haring " en was volledig in leem met eiken balken aan mekaar gespiest met houten spieën. De Veuster Jacobus was naar Hoeilaart gekomen voor de aanleg van de spoorweg Groenendaal-Overijse. Daarna is hij een serrebedrijf begonnen en heeft hij de serristenvilla van zijn zoon en zijn echtgenote gebouwd die je hier ziet met de 2 schouwen. De man op de foto is Jef De Veuster in zijn glorietijd (hij werd geboren in 1902). Het terrein achter hem is later voor de helft omgebouwd tot kolenplein. Op de andere helft werd een grasveld aangelegd voor zijn hobby: "sijsjes" vangen met een slagnet. De vogels werden achteraf verkocht aan brusselaars. (Met dank aan Jean Paul Van Horenbeke voor deze geschiedenis)